De eerste dagen in Noorwegen zijn ondertussen voorbij. Nadat we de grens overgestoken zijn, zonder overigens ook maar enige vorm van controle te hebben gezien was onze eerste stop in Eidsfoss, bij een klein wit kerkje, gebouwd in 1904, gewoon op de parkeerplaats ernaast. Net als in Zweden mag je ook in Noorwegen “wild” kamperen. Dat wil niet zeggen dat je zomaar ergens mag gaan staan, er zijn wel bepaalde “spelregels” aan verbonden. In principe mag je overal overnachten, waar je ook mag parkeren. Echter, indien je overnacht moet de plaats tenminste 150 meter van het dichtstbijzijnde huis verwijderd zijn, tenzij door een bord aangegeven dat je er wel mag parkeren en overnachten. Er wordt ook van je verwacht dat je geen overlast veroorzaakt, op welke manier dan ook en dat je je troep netjes opruimt, dan wel meeneemt. Je mag ook niet op privé terrein staan zonder toestemming, of met je camper het bos in rijden. Eigenlijk dus gewoon normale dingen waar je je aan moet houden.
Op het parkeerterreintje in Eidsfoss stond dan ook aangegeven dat je mocht overnachten, maar met het vriendelijke verzoek om er rekening mee te houden dat er op zondag een dienst wordt gehouden en het gewenst is dat er ruimte is voor de kerkgangers. Helaas was het kerkje niet open, en konden we er geen blik in werpen.
De volgende ochtend zijn we doorgereden naar Verdens Ende, ofwel Het Einde Van De Wereld. Dit ligt helemaal op het puntje van een van de vele schiereilanden die Noorwegen rijk is. Er is een haventje, zoals in elke kustplaats in Noorwegen, maar het is vooral bekend door het vuurtorentje, ofwel “Vippefyret” in het Noors. Dit is gebouwd van stenen van het lokale strand. Overigens is het een replica gebouwd in 1932. Helaas stond het in de steigers vanwege een renovatie.
Hierna zijn we met een tussenstop in Bamble doorgereden naar Lindesnes Fyr. Dat is een vuurtoren op het meest zuidelijke puntje van Noorwegen. De vuurtoren werd voor het eerst gebouwd in 1656, om vanaf de Noordzee toegang te kunnen geven tot het Skagerrak en de Oostzee. Door de eeuwen heen werd er meermaals een nieuwe vuurtoren gebouwd of herbouwd om de oudere te vervangen. In 1822 kreeg de vuurtoren een kolenlamp, in 1854 werd een nieuwe lamp geïnstalleerd met de huidige lens. De huidige toren werd in 1915 gerealiseerd. Vijf jaar later kreeg het zijn eerste mistsignaal in de vorm van een sirene. Het mistsignaal en de bijbehorende machines werden in een gebouw naast de toren geplaatst.
De huidige 16,1 meter hoge vuurtoren is van gietijzer met een granieten fundering. Het onderste deel is wit geschilderd, het bovenste deel rood. Het licht bevindt zich op een hoogte van 50,1 meter en straalt een vast en knipperend wit licht uit dat altijd aan is. Het roteert elke 20 seconden tussen een licht met een lage intensiteit en een hoge intensiteit. Dit licht is afkomstig van een fresnellens van de eerste orde die tot 17,7 zeemijl (32,8 km) kan worden gezien.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de vuurtoren ingenomen door de Duitsers. Als belangrijke uitkijkpost bouwden zij een klein fort met vier kanonnen en na een tijdje een radarantenne. De sporen uit de oorlog, zoals loopgraven en tunnels, zijn nog steeds zichtbaar.
In de jaren 50 van de 20e eeuw werd de vuurtoren geëlektrificeerd en werd het mistsignaal vervangen door een krachtige diafoon. Het mistsein werd in 1988 gesloten als navigatiehulpmiddel, maar het is nog steeds operationeel en wordt bij speciale gelegenheden gebruikt.
Tegenwoordig doet de vuurtoren ook dienst als museum. De bijgebouwen, de huisjes van de wachters, schuren en boothuizen zijn ook te bezoeken, evenals het bezoekerscentrum, de bioscoopzaal, cafetaria en museumwinkel.
De camperplaats was het parkeerterrein bij het museum, maar een leuke bijkomstigheid was dat er bij de kosten voor de camperplaats ook kaartjes voor het museum zaten. Daarmee konden we de dag van aankomst en de dag erna het museum bezoeken. Buiten sluitingstijd mocht je gratis het terrein op, maar dan was alles verder wel gesloten.
Vanuit Lindnes zijn we doorgereden naar Flekkefjord. Hier is het begin van een scenic route die we willen gaan rijden. We zijn hier het hele weekend blijven staan. De camperplaats is aan de haven, met alle voorzieningen en ook douches. In het dorpje zelf, op 200 meter lopen, is zelfs een ruimte met wasmachine en droger, speciaal voor de toeristen. Daar werd, ook door ons, dankbaar gebruik van gemaakt. Dit wordt kosteloos ter beschikking gesteld door de gemeente.
Flekkefjord heeft een wijk die herinnert aan de aanwezigheid in de 18de eeuw van houthandelaren uit Nederland. Zij exporteerden hout vanuit Noorwegen voor de woningbouw van Amsterdam.
We hadden gezien dat er ook in Flekkefjord het een en ander aan streetart te zien was. Met behulp van een app kun je ze allemaal langsgaan en kom je onder nadere door het oude gedeelte van de stad. Zie ook onze Instapagina.